Het doel van de tweede fase is om leerlingen uit havo 4 en 5 en vwo 4,5 en 6 beter voor te bereiden op hun vervolgopleiding, met meer nadruk op zelfstandigheid en motivatie, zoals gevraagd door hbo’s en universiteiten. Het Griftland houdt via het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs in de gaten hoe het de afgestudeerden op hun vervolgopleiding vergaat.
Leerlingen krijgen gedurende de tweede fase steeds meer verantwoordelijkheden. Dit gebeurt door het maken van eigen planningen, het vergroten van de opdrachten en het werken aan een profielwerkstuk. Dit betekent zeker niet dat leerlingen aan hun lot worden overgelaten; de mentor speelt een belangrijke rol in de begeleiding en voert gesprekken met de leerlingen om op de hoogte te blijven.
Profielkeuze
De leerling volgt in de tweede fase een profiel: een samenhangend geheel van vakken die voorbereiden op een vervolgstudie in een bepaalde richting. Sommige vakken zijn verplicht, andere vakken naar keuze. Er is een duidelijk van tevoren vastgelegd programma voor toetsing en afsluiting (PTA) waar zowel de school als de leerlingen zich aan moeten houden.
De vier profielen voor zowel havo als vwo zijn:
- Cultuur & Maatschappij (CM)
- Economie & Maatschappij (EM)
- Natuur & Gezondheid (NG)
- Natuur & Techniek (NT)
Keuzewerktijd in de tweede fase
Door de invoering van keuzewerktijd verminderen de klassikale lesuren, wat leerlingen meer ruimte biedt om hun eigen leerroute te bepalen met studie-uren (stempeluren). Deze vrijheid om zelf te plannen is belangrijk voor hun zelfstandige ontwikkeling.
Voor de meeste leerlingen is effectieve keuzewerktijd essentieel om een vak goed te leren, maar het verschilt per leerling welke vakken dat zijn. Als een leerling een onderwerp al beheerst, hoeft hij daar niet onnodig lang bij stil te staan. Goede begeleiding van mentoren en vakdocenten is hierbij cruciaal.
Afhankelijk van hun klassikale rooster moeten leerlingen in de tweede fase ongeveer acht studie-uren per week invullen. Dit kan op verschillende manieren, zoals het bijwonen van lessen of het volgen van een extra vak voor extra uitdaging. Activiteiten zoals lid zijn van de leerlingenraad of deelname aan het muziektheater tellen ook mee.
Een leerling heeft overleg met de mentor over de gemaakte keuzes. In het eerste jaar van de tweede fase kan een mentor of vakdocent leerlingen ook opdrachten of programma’s toewijzen tijdens deze tijd.
Het Griftland heeft diverse studieruimtes met begeleiding die toeziet op een goede werksfeer. De aanwezigheid wordt geregistreerd, zodat we kunnen controleren of leerlingen hun studie-uren daadwerkelijk benutten.
Keuzeprogramma sport
De leerlingen van klas 4, 5 en 6 stellen hun eigen sportprogramma voor een heel jaar samen. Elke drie weken heb je zo de mogelijkheid tot het beoefenen van een sport naar keuze. Een greep uit de sporten waaruit je kunt kiezen is: bootcamp, fitness, body pump, klimmen, crossfit, body balance, zumba, spinning, softbal, dans, turnen, tennis, frisbee, padel en rugby.
De Griftland Business Class (GBC) (havo)
Havoleerlingen met het EM-profiel kunnen deelnemen aan de Griftland Business Class (GBC), een speciaal programma waarbij het onderwijs zoveel mogelijk wordt gekoppeld aan de praktijk. Gedurende een jaar, van januari in 4 havo tot december in 5 havo, werken leerlingen in groepjes van drie aan het oprichten van een eigen bedrijf. Ze schrijven een ondernemersplan, zoeken aandeelhouders en kopen producten in om deze met winst te verkopen. De GBC biedt ook stages, bedrijfsbezoeken, lezingen en workshops, waardoor leerlingen waardevolle ervaring opdoen. Onder begeleiding van docenten versterken ze zo hun competenties voor de arbeidsmarkt. Deelname levert een certificaat en een cijfer op dat het profielwerkstuk vervangt. Voor deelname aan de GBC moeten leerlingen solliciteren.
Honoursprogramma (vwo)
Leerlingen van 4 vwo kunnen deelnemen aan het honoursprogramma, waarmee ze gedurende hun resterende tijd op school een portfolio opbouwen. Dit programma stimuleert leerlingen om hun nieuwsgierigheid aan te wakkeren en extra inspanning te leveren voor een zelfgekozen onderwerp. Daarnaast helpt het hen om belangrijke vaardigheden te ontwikkelen, zoals onderzoek doen, reflecteren, samenwerken en presenteren. Het honoursprogramma loopt van het einde van 4 vwo tot en met 6 vwo en is bedoeld voor gemotiveerde vwo-leerlingen die al excellerend zijn, maar ook voor leerlingen die meer potentieel hebben dan ze tot nu toe hebben laten zien.
Cambridge English Advanced (CAE) (havo en vwo)
Tweede fase havo- en vwo-leerlingen kunnen in twee jaar tijd hun Cambridge-certificaat Engels halen. Dit certificaat is onbeperkt geldig en wordt wereldwijd erkend door vele universiteiten, hogescholen en werkgevers. Met het Cambridge Advanced Certificate behaalt een leerling een hoger taalvaardigheidsniveau dan met het reguliere havo- en vwo-examen. Het certificaat kan bij een vervolgstudie of bij het zoeken naar werk voordelen opleveren.